HILVERSUM - Hoewel euthanasie uit het wetboek van strafrecht is gehaald, blijkt justitie in veel gevallen nog altijd te controleren of artsen euthanasie zorgvuldig uitvoeren. Dat blijkt uit onderzoek van radio 1 De Ochtenden (EO).

Sinds de euthanasiewet vijf jaar geleden van kracht werd, is justitie op afstand geplaatst. Volgens de wet controleren speciale toetsingscommissies of euthanasie correct is uitgevoerd.
In praktijk blijkt dat officieren van justitie zich nog altijd inhoudelijk laten informeren over euthanasiegevallen. De onderzoeksredactie van De Ochtenden sprak 24 forensische artsen die lijkschouwingen uitvoeren na een euthanasie. Zij brengen daarover verslag uit aan de toetsingscommissies voor euthanasie en het Openbaar Ministerie.

Negen forensische artsen in het land zeggen dat officieren van justitie informatie vragen over de medische situatie van de patient. Formeel gaan ze daarmee verder dan de euthanasiewet toestaat.
De officieren van justitie hebben formeel enkel de taak om na een euthanasie het lichaam vrij te geven voor begrafenis of crematie. In praktijk grijpen ze dat moment geregeld aan om zelf - zonder tussenkomst van de toetsingscommissie - zicht te krijgen op de precieze omstandigheden van een euthanasiegeval. Volgens de vereniging van forensische geneeskunde druist dat in tegen de wet. Het Openbaar Ministerie erkent dat. "In de kern is doorvragen ten onrechte, want de inhoudelijke toetsing hoort niet bij de officier van justitie", aldus officier van justitie Pieter van Rest namens het Openbaar Ministerie.

Uit het onderzoek van De Ochtenden blijkt dat justitie in verschillende delen van het land verschillend omgaat met de afhandeling van euthanasiegevallen. Ook binnen een arrondisementsparket zijn er vaak grote verschillen in werkwijze van een officier van justitie. Het Openbaar Ministerie zegt dat er gewerkt wordt "aan een meer uniforme werkwijze".